‘Als de Ro-d-Ys in onze tijd hadden gespeeld, hadden ze het een stuk langer volgehouden’

‘Als de Ro-d-Ys in onze tijd hadden gespeeld, hadden ze het een stuk langer volgehouden’

soundcheck
Soundcheck in buurthuis De Binding, Oude Pekela.

Vijf steengoeie muzikanten brengen in 2024 een ode aan misschien wel de beste beatband van Nederland eind jaren zestig, de Ro-d-Ys. Ze nemen grijs en wijs geworden Groningers in Winschoten en Oude Pekela op onvergetelijke wijze mee terug naar hun jeugd. Wie zijn die mannen? "We waren ineens de Ro-d-Ys-band. Fantastisch."


Door Arnoud Bodde

  Zijn rechterhand draait een zwarte kabel om zijn linkerhand en -elleboog. Met geknepen ogen tuurt hij over de lange tafels in de inmiddels bijna lege zaal. Een half uur geleden waren alle stoelen in MFC De Binding in Oude Pekela gevuld en speelde de band op het podium nog een keer Take Her Home.
  "Het hoogtepunt", zegt Diederik Nomden, "was dat bij deze optredens de nummers er uitkwamen zoals ik ze ook voel als ik naar de platen van de Ro-d-Ys luister. Als dat lukt. Dat is gaaf."
  Nomden (1975), opgegroeid in Oostwold, was de afgelopen tien jaar vooral multi-instrumentalist en een van de meesterimitatoren van het werk van The Beatles bij The Analogues, de tribute band die deze zomer op Pinkpop stond en er aan het einde van het jaar een punt achter zet in de Ziggo Dome.
  Op twee avonden in juni in De Klinker en op een prachtige septemberzondag in het buurthuis in Pekel speelde hij het werk van de band die hier in 2006 een standbeeld kreeg, in eigen dorp. Een generatie Groninger beatniks groeide op met het trotse gevoel dat een band ‘van ons’ in de Top40 stond, niet met een, maar met twee hits: Take Her Home en Just Fancy.
  "Als je het gevoel van al die nummers van toen weet te reproduceren, dan pikt een zaal dat op", zegt Nomden. "En dan maakt het niet uit of je met tweehonderd mensen bent of met vijftienduizend."

‘Dit komt echt in de buurt, hoor’


  Vijf maanden eerder. Op een dinsdagmiddag in mei, in een oefenruimte in Studio13 in Amsterdam, klinkt een doedelzak uit het orgel van de toetsenist, PJM (kortweg Paul) Bond. Althans, het is een geluid dat op een doedelzak moet lijken.
  Een lange, kortgeschoren vent in een blauw t-shirt, elektrische gitaar om de nek, onderbreekt hem. "Ja, we doen het eerst zonder die doedelzak", zegt Ralph Mulder. Na een korte stilte: "Dat hadden wij al min of meer besproken."
Bond kijkt de zanger/gitarist vragend aan. "Is er een aparte doedelzak-appgroep waar ik niet in zit?"
  Bassist David Corel kijkt breed grijnzend de oefenruimte rond.
Bond: "Ik heb heel veel doedelzakgeluiden geluisterd. Dit komt echt in de buurt, hoor."
  Drummer Kees Schaper - lichtroze blouse met korte mouwen, bril met getinte glazen, een voet op de grote tom en de armen over elkaar - vraagt met een glimlach: "Een echte doedelzakspeler is niet meer te traceren?"
  Diederik Nomden - dun en kort blondgrijs haar, rode Gretsch gitaar, blauwe spijkerbroek met Braziliaanse slippers eronder - pakt zijn telefoon en houdt hem bij zijn microfoon. "Nog ee’m een keer naar het origineel luisteren, jongens."
  Zo deden de Ro-d-Ys het vroeger ook. Goed luisteren, instrument op schoot, en uitzoeken. Gitarist Joop Hulzebos, bassist Wiechert Kenter, drummer Bennie Groen en gitarist - en uiteindelijke componist van de eigen muziek van de band - Harry Rijnbergen maakten er in hun beginjaren furore mee in de regio. Er was geen andere groep muzikanten die zo snel en zo goed de muziek uit die jaren live kon spelen. De singles van The Beatles, The Kinks en The Who lagen nog niet in de winkel of de Ro-d-Ys speelden ze al. In de boerderij, de kroeg of bij Dommering.

De versterkertoren bromt de hele middag onheilspellend


  Het vijftal in Studio 13 is eveneens een fraai gezelschap. Mulder (1977) is zanger, gitarist en songschrijver van Alamo Race Track. Die band ontstond bijna vijfentwintig jaar geleden na het opdoeken van Redivider, waar hij met jeugdvriend Nomden en Corel in 1998 de Grote Prijs van Nederland mee won, een van de bekendste muziekcompetities van ons land voor opkomende muzikanten. Niet lang na het winnen van de prijs gingen Nomden en de rest van de band hun eigen weg - artistieke meningsverschillen en botsende karakters van Nomden en Mulder. Voetballen konden ze uitstekend samen, eigen muziek maken bleek een ander verhaal.
  Corel (1975), bleef in de beginjaren de bassist en is ook tegenwoordig weer bassist van de band, die vorig jaar het vijfde studioalbum uitbracht, bij platenlabel Excelsior. Corel speelde ook al eens bij Johan, net als Nomden, die inmiddels zijn zwager is. ("Ha. Nee. Ik kom nooit meer van hem af.") Nomden speelde ook nog bij Daryll-Ann en Ellen ten Damme voor hij het Analogues-avontuur aanging en heeft inmiddels drie soloalbums gemaakt. Singer-songwriter Bond (1993) is onder meer toetsenist bij Her Majesty, waar hij de vervanger was van Nomden. Schaper (1991) speelt onder meer bij The Kik en treedt op met Tim Knol, en is sinds een tijdje de vervangende drummer van The Analogues.
  Na afloop van de repetitie constateren beide kartrekkers van het project en getogen Oost-Groningers Mulder en Nomden dat het ’niet verkeerd’ klonk. Een variant op ’kon minder’. Al is de akoestiek in de oefenruimte volgens Mulder wel ‘zó ontzettend kut’ dat hij er eigenlijk nooit meer wil spelen. De kleine Marshall versterkertoren achter hem bromt de hele middag onheilspellend. Maar misschien past dat wel een beetje bij het reproduceren van de geluiden van toen.
  Mulder was nog een tiener toen hij in het muziekhoekje van het ouderlijk huis in Winschoten met een gele Sennheiser koptelefoon op zijn oren LP’s draaide en in de platenkast een verzamelalbum ontdekte waar een nummer van de Ro-d-Ys op stond.
"Dat die muziek door een band uit Pekela was gemaakt! Bijna onvoorstelbaar, vond ik dat", vertelt hij. Jaren later toog hij naar Amsterdam. Om te studeren, maar vooral om op wat voor manier dan ook zelf muziek te gaan maken. Nomden, die vroeger met gitaar en voetbalschoenen veelvuldig bij de Mulders over de vloer kwam, was er immers ook.
  Aan een houten picknicktafel, buiten op het terras van de Amsterdamse oefenruimte, doet het duo samen met Kees Schaper een poging de Ro-d-Ys een plek te geven in de vaderlandse popgeschiedenis. "Van de Ro-d-Ys was er echt geen andere", zegt de drummer. "Wat zij deden was uniek."
  Mulder: "Als ze in onze tijd hadden gespeeld, hadden ze het een stuk langer volgehouden. Bij een onafhankelijk label als Excelsior, waar wij ook zitten. Toffe platen mogen maken en op kleine schaal touren. Ik ken gelukkig zelf die druk niet van een maatschappij die steeds maar hits wil, zoals in die tijd. Zo ging dat toen, maar ik kan me voorstellen dat dat voor Harry Rijnbergen heel naar is geweest. Terwijl ze na hun twee grote hits alleen maar toffere dingen hebben gemaakt."
  Nomden: "Er is eigenlijk geen slecht nummer te vinden op hun twee albums. Niet om alleen Harry veren in kont te steken, ze hadden er ook een goeie producer en arrangeur bij. In alle nummers zit iets goed. Al die verrassende instrumenten die extra kleur geven."

‘Wiechert was als bassist heel bijzonder’


  Doorspoelen naar september, in Pekela. "Al die sounds uitzoeken was nog wel een kluif, hoor", zegt Bond, na afloop van het optreden voor leden van ’t NUT. "Ik heb een Hammondorgel mee, een piano, mijn Nord keyboard [een piano, orgel en synthesizer in een, AB] om soms een bel of een wekker of een ander geluid uit te halen - een doedelzak, ja - en dan heb ik hier nog een melodica achter me liggen en een mandoline. Dus daar moest ik heel veel dingen mee uitvogelen. Ik heb beide platen grijs gedraaid. Prachtig. Heel tof om je in onder te dompelen. En als het dan zo ontvangen wordt. We waren ineens de Ro-d-Ys band. Fantastisch."
  Bond en ook bassist David Corel, afgestudeerd als musicoloog, kenden eigenlijk alleen Take Her Home en Just Fancy. "Dat ik het hele oeuvre heb leren kennen, is echt een hoogtepunt van dit hele project", zegt Corel, terwijl hij zorgvuldig zijn bescheiden pedalboard met effectpedalen in een tasje manouevreert en het dicht probeert te ritsen.
  "Wiechert was als bassist heel bijzonder. Heel veel nummers zijn vrij ruig. Je hoort dat die versterkers loeihard stonden. En Wiechert stond echt aan die snaren te trekken. Maar andere nummers zijn weer heel precies. Ik had hem er graag over gesproken."
  Bond is als Volendammer vooral bekend met het werk van The Cats. "De Ro-d-Ys zijn minstens zo goed." Corel is door zijn vader in Den Haag opgevoed met Q65. "Dus het idioom van de beatbandjes ken ik heel goed. Maar ik vind dit eigenlijk beter. Niets ten nadele van Q65, dat vind ik ook heel goed en draai ik graag. Maar de Ro-d-Ys hebben echt iets wat geen enkele andere band had in die tijd. En ik kan m’n vinger er moeilijk opleggen, maar Rijnbergen had iets - als songschrijver - dat niemand anders had. Kleine nuances. Wendingen in nummers. Dingen die ze in Engeland misschien deden, maar hier niet. Daarom vind ik het zo raar dat niet veel mensen die andere nummers kennen. Just Fancy en Take Her Home zijn heel goeie nummers, maar ze hebben zo veel meer interessantere nummers. Jammer dat het toen geen vlucht genomen heeft."
  Drummer Kees Schaper - geboren in Blokker, waar The Beatles ooit twee legendarische optredens gaven - had al vrij jong een zwak voor de muziek van de Oost-Groninger band. Hij en zijn muzikale maat Tim Knol zijn typische Nederbeatfanaten. Wanneer ze waar dan ook maar optraden, bezochten ze platenzaken om door bakken met vinyl te kunnen struinen. Op zoek naar pareltjes. Toen hij samen met Knol en diens band in 2011 gevraagd werd om in de Nederpopshow een nummer te spelen, stelde Kees Take Her Home voor.
  Schaper krijgt van Nomden twee drumstokken aangereikt waar nog een handtekening op moet, voor een van Pekela’s grootste fans en kenners, Jaap Spelde, die de attributen mee wil nemen voor schoolkinderen. "Alles voor de jeugd!", roept Schaper met een grijns.
"Weet je wat ik nou leuk vond aan dit avontuur?", zegt hij. "Dat Ralph en Diederik echt weer Groninger jochies werden. Ze gaan Gronings praten met iedereen, zodra ze hier zijn. Zo had ik ze nog nooit meegemaakt."

‘Dit was helend’, voor Mulder en Nomden


  Nomden geeft de gesigneerde drumstokken aan Jaap Spelde en klimt het toneel weer op. Hij krijgt een hand op zijn schouder gelegd. Ee’m aan kaante, kameroad. Ralph Mulder moet met een zware VOX buizenversterker tussen Nomden en de trommels en bekkens van de drummer door laveren. En zo breed is het podium niet.
  "Ik had dit project echt niet met andere mensen willen doen", zegt Nomden. "Dat is voor mij persoonlijk echt het allermooiste van dit alles. Vijfentwintig jaar geleden was het heel anders tussen Ralph en mij in de band. Dit was helend. We hebben zoveel plezier nu."
  Na de muzikale breuk in 2001 had Mulder altijd wel gedacht dat ze ooit nog wel weer eens iets samen zouden doen. "Sowieso gehoopt. En perfecter dan dit kan het eigenlijk niet. Onze eigen muziek gaf extra druk, extra zenuwen, maar dit is - ruim twintig jaar later - een perfecte reünie. Het is ook lol, eindelijk."
  Het enige dat hij jammer vindt is dat de beide nog levende mannen die de Ro-d-Ys oprichtten - Wiechert Kenter en Harry Rijnbergen - niet in staat waren om bij een van de optredens te zijn. "Ik verheugde me erop die mannen beter te leren kennen en ze in de spotlight te zetten. Of als ze dat niet wilden, gewoon op een stoel in een hoekje naast het podium. Misschien moeten we nog maar een sessie regelen bij Harry in de tuin ofzo."
  De ode aan de Ro-d-Ys in De Binding is waarschijnlijk niet de laatste geweest, zegt Nomden, terwijl hij de laatste spullen van het podium sjouwt. De theaters in Emmen en Veendam hebben interesse en ook een optreden in Groningen behoort tot de mogelijkheden.


Dit verhaal is geschreven door freelance journalist Arnoud Bodde, zoon van een liefhebber van de Ro-d-Ys ("Eentje die de setlists en versterkermodellen van optredens uit die jaren zo op kan dreunen") en met plezier gratis aangeboden aan de fans van de Ro-d-Ys via deze website Ro-d-Ys.com. Bodde schreef onlangs voor Dagblad van het Noorden een uitgebreid interview met Harry Rijnbergen.